Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

 

Artikel 9.3 Samenstelling college van bestuur; rechtspositie leden
1
Het college van bestuur bestaat uit ten hoogste drie leden, waaronder de rector magnificus van de universiteit.
2
De leden van het college van bestuur worden door de raad van toezicht benoemd, geschorst en ontslagen. Bij de benoeming wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de zetels over mannen en vrouwen. De benoeming geschiedt voor een door de raad van toezicht te bepalen termijn. Met het einde van de maand waarin een lid de voor de openbare dienst geldende functionele leeftijdsgrens heeft bereikt, wordt hem eervol ontslag verleend.
3
Alvorens tot benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur over te gaan, hoort de raad van toezicht vertrouwelijk de universiteitsraad of de ondernemingsraad en het orgaan binnen de universiteit dat op grond van de medezeggenschapsregeling, bedoeld in artikel 9.30, derde lid, tweede volzin, is ingesteld, over het voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag. Titel 2 van dit hoofdstuk is niet van toepassing. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.
4
De voorzitter van het college van bestuur wordt uit de leden door de raad van toezicht benoemd.
5
In het bestuurs- en beheersreglement worden nadere regels gegeven omtrent de wijze van voordracht en benoeming van de rector magnificus.
6
Een lid van het college van bestuur kan om gewichtige redenen tussentijds worden ontslagen.
7
Een lid van het college van bestuur kan niet tevens zijn:
a
lid van de raad van toezicht van de desbetreffende universiteit,
b
decaan van een faculteit of lid van het bestuur daarvan, tenzij een universiteit slechts een faculteit omvat,
c
lid van het bestuur van een opleiding, voorzover dat met toepassing van artikel 9.17 is ingesteld, of
d
lid van de raad van toezicht of van het college van bestuur van een andere universiteit.
8
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld omtrent de rechtspositie van de voorzitter en de andere leden van het college van bestuur.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •